Interview met Doris Zijlema.
Auteur, ex-zangeres en -coach Esther Teule: “Die droogheid van dieren is zó grappig. Tegelijkertijd vind ik ze zó stoer.”
In de lichte woonkamer biedt een riante raampartij uitzicht op de tuin, waar de natuur zich opmaakt voor de lente. Op de uitkijk staat een leren fauteuil. Ernaast een boomstammetje met een stapel boeken, daarbovenop een flinke verrekijker. “Ik begin een echte vogelaar te worden,” geeft auteur Esther Teule bijna beschroomd toe, terwijl ze koffiezet.
Het is dan ook niet verrassend dat de landelijke omgeving van haar woonhuis – de Oostvaardersplassen, de Flevolandse bossen en weides – de inspiratiebron vormen voor haar gloednieuwe verhalenbundel Alles ritselt en ruist – 24 dierenverhalen voor volwassenen. De publicatie van het boek staat dit voorjaar gepland.
In vierentwintig korte verhalen, verdeeld over de vier seizoenen, neemt Esther de lezer mee in de binnenwereld van het dier. Ze beschrijft hun bezigheden, gedachten en gevoelens, met een menselijke twist. Ook de dieren zien zich geconfronteerd met eindigheid, met frustraties en onvermoede verlangens. Zo gaat Wolf door een identiteitscrisis, rouwt Vos om haar stilgeboren welpen en doet Das een poging om aan de voorspelbaarheid van zijn leven te ontkomen. De verhalen worden omsloten door kleurrijke illustraties, het landschap bezien vanuit de dieren zelf. De natuur vormt, rauw en onverbloemd, de rode draad.
Fazant schikt haar bruine veren. Eén ding is zeker: ze is hier nu. En de dag is zojuist begonnen.
“Mijn carrièrepad kende verschillende afslagen. Met alle dingen die ik heb gedaan vóór mijn huidige auteurschap – zingen, coachen, lesgeven – ben ik steeds rigoureus gestopt. Het klinkt misschien vreemd, maar dat waren heerlijke momenten in mijn leven. Op avontuur: ik verbrand alle schepen achter me en begin opnieuw. Ik heb van tijd tot tijd de sterke, intuïtieve behoefte het onbekende op te zoeken. Dat moment deed zich enkele jaren geleden wederom voor.”
“Schrijven is wel altijd een constante factor in mijn leven geweest, al sinds mijn vroege jeugd. Ook was ik als kind veel buiten bezig, in de ondergroei, de bosjes, dingen aan het zoeken, collages maken van wat ik vond. Een kinderlijk soort enthousiasme, zonder dat het resultaat iets moet betekenen in de wereld, zonder dat het succesvol moet worden. Die intimiteit met het leven weer voelen, daar wilde ik opnieuw naartoe.”
“Op zoek naar inspiratie, maakte ik een lijst van alle dieren die in Nederland leven. De diversiteit is enorm. Tijdens mijn onderzoek raakte ik onder de indruk van de dieren, hoe ze overleven, zo ingenieus, zo slim. Mijn achting en respect zijn gigantisch gestegen. Vanuit mijn bevindingen heb ik de dieren het verhaal laten schrijven. Over de egel las ik bijvoorbeeld dat hij soms maar moeilijk uit zijn winterslaap komt. Dat zag ik meteen voor me; ‘die blijft erin’.”
De geur van warme humus prikkelt zijn neus en de bosgrond krioelt van de insecten. Vroeger werd Egel gelukkig van zulke zomernachten. Nu voelt hij niets.
“Dieren voelen wel degelijk, ze missen alleen de taal. Zonder woorden kun je niet reflecteren of contempleren. Door datzelfde gebrek aan taal zijn dieren ook zo droog – ze hebben geen humor. Dat vraagt taligheid, en intellect. Die droogheid is zó grappig, ik kan er erg om lachen. Tegelijkertijd vind ik ze zó stoer. Tijdens het schrijfproces kroop ik in de huid van de dieren, en gaf ze die ontbrekende taal.”
“In de eerdere paden die ik bewandelde heb ik altijd veel haast gevoeld. Nu besloot ik de verhalen de tijd te geven om rustig te rijpen. Ook mijn partners in dit maakproces, vormgever en nicht Tirza Teule en illustrator Margo Bouwhuis, onderkenden de waarde van deze rust. Tirza en ik lijken op elkaar, als hechte familieleden. We zijn allebei aanpakkers. Zij was de eerste die me aanspoorde mijn schrijven om te zetten naar boekvorm. Margo nam ons beiden mee in haar kalme benadering. Bijzonder, omdat zij de enige was met een daadwerkelijke deadline. Toen ik haar leerde kennen was ze al ernstig ziek, inmiddels is ze er niet meer. Hoe verschillend we ook waren, toen we elkaar ontmoetten, klikte het meteen. De natuur verbond ons. Door haar ziekte had ze geen zin meer om druk te voelen en nam juist de tijd om nieuwe dingen uitproberen. Het inspireerde, en gaf een nieuwe dimensie aan het proces.”
Aarzelend schuift Snoek tussen de stengels uit. Ze zwemt nog wat verder en laat het riet achter zich. Het zonlicht streelt haar schubben. Dringt in haar huid. Verlicht haar binnenwereld.
“Wanneer je je in de dieren gaat verdiepen, pik je er automatisch herkenbare thema’s uit. Er worden associaties opgeroepen, die reflectie aanwakkeren. Ongeduld, overpeinzingen, rouw… Het zijn allemaal gevoelens die ik herken. Ondanks de schijnbaar trefzekere stappen die ik in mijn loopbaan en leven heb gezet, heb ik steeds mijn best moeten doen om kracht te vinden. Er zat altijd een schil van onzekerheid omheen, faalangst, schaamte. Wanneer je die gevoelens projecteert op een dier, volgt al snel de relativering. Hun onbevangenheid, onschuld, eenduidigheid, hun eenvoudig zíjn. Dan blijkt dat het leven, ook al lijkt het soms even stil te staan, altijd gewoon weer doorrolt. Loslaten, die ingewikkelde constructies in je hoofd. De dieren kunnen inspireren om dit in praktijk te brengen.”
“Niemand hoeft lessen te halen uit het boek, de lezer mag volledig vrij interpreteren. Wat ik wel hoop, is dat het voor sommigen hetzelfde doet als het voor mij heeft gedaan: het oproepen van dat gevoel van relativering. Alle gevoelens die langskomen, zullen ook weer gaan. Ik hoop dat men het leest en voelt…” (Zucht opgelucht) “Dat al die stekels weer gaan liggen, dat het kalm water wordt. Én – dat de lezer ook even goed om het leven kan lachen.”
Hij ademt diep in. Mol, ontdekkingsreiziger, voor de duvel niet bang.
Esther Teule wordt in 1963 geboren in Canada en groeit op in Nederland. Ze verkent de popwereld als zangeres van de succesvolle Novoband en als soloartiest. Na haar muzikale loopbaan is ze, nog vóór haar auteurschap, jarenlang coach en meditatiedocent. Esther is getrouwd en heeft een dochter.